Iriscopie

Ontstaan in Duitsland in het midden van de 19e eeuw
Er wordt met een microscoop gekeken naar de iris en de pupilrand waarmee het mogelijk is om in het orgaanstelsel zwakke plekken te ontdekken die zich nog niet tot ziektebeelden hebben ontwikkeld.
Iriscopie of oogdiagnostiek heeft dus vooral haar waarde als functiediagnose. De defecten, de werking en de zwakheden van de organen kunnen worden waargenomen. Een iriscopist kijkt dus in de iris naar het verleden, het heden en de toekomst van uw lichamelijke gesteldheid.
kaart01
Verklaring van de principes van de iriscopie
Volgens de Duitse arts dr. W. Lang stuurt een ziek orgaan prikkels naar het ruggemerg en vandaar worden ze via de hersenen geprojecteerd op het regenboogvlies in de vorm van lichte of donkere vlekjes en verkleuringen. Ieder orgaan heeft zijn eigen plek in de iris.
Een vergelijkbare, maar minder gedetailleerde kaart kunt u ook op de voet plaatsen. Hiervan wordt gebruik gemaakt met voetreflexologie. Een pijnlijke of een eeltplek op de voet correspondeert met een orgaan of lichaamsfunctie.
Vanuit het ruggemerg wordt dezelfde prikkel ook naar een punt op de huid gestuurd zodat via het masseren van de huid of het plaatsen van acupunctuurnaalden een ziek orgaan kan worden behandeld.


Onderzoek iris
Iriscopie vindt plaats d.m.v een irismicroscoop en is een ondersteunend diagnostisch middel.
Door middel van Iriscopie kan de natuurgeneeskundig therapeut dus zonder pijn en ongemak onregelmatigheden in het lichaam zoals minder goed functionerende organen, overbelasting, allergie of vervuiling constateren nog voordat er zich al klachten manifesteren. Iedereen wordt geboren met een erfelijke aanleg wat zich in het oog laat herkennen als een basisconstitutie (bv blauwe en bruine ogen).

Â